De Bloeiende Boom
Lang geleden leefden de Mensen verspreid over de hele wereld. Een mysterieus verhaal ging rond over een Machtige Persoon die in de rivier woonde. Men zei dat deze persoon elk probleem kon oplossen, ongeacht wat het was. Maar niemand wilde toegeven dat hij problemen had. Daarom gingen de Mensen stiekem, één voor één, naar de rivier om naar deze Machtige Persoon te luisteren, zonder er met anderen over te spreken.
Op een dag keerden een Klein Jongetje en een Klein Meisje terug van de rivier. Ze vertelden aan iedereen over hun ervaring.
“Het was heel vreemd,” zeiden ze.
“Wat was er vreemd?” vroegen de Mensen, nieuwsgierig maar alsof ze van niets wisten.
“Hebben jullie niets gezien in de rivier?” vroegen de Kinderen.
“Nee,” antwoordden de Mensen in koor. “Wat hebben jullie gezien?”
“Jullie zijn toch ook naar de rivier geweest?” vroegen de Kinderen verbaasd.
“Wie heeft je dat wijsgemaakt?” reageerden de Mensen boos.
“Wij,” zeiden de Kinderen zachtjes.
“Zeg nooit meer zulke onzin!” antwoordden de Mensen beschuldigend en lieten de Kinderen alleen achter.
Die nacht, terwijl de Kinderen bang en alleen waren, verscheen een vriendelijke stem:
“Rustig maar, mijn Kinderen.” De stem was van Oude Man Coyote, die hun tipi binnenkwam met brandhout. Naast hem verscheen Oude Vrouw Coyote, die een vuur maakte en hen bizonvlees aanbood.
“Wie zijn jullie?” vroegen de Kinderen.
“Wij zijn jullie grootouders,” antwoordden ze, “en wij zijn ook de Machtige Persoon uit de rivier.”
“Maar we zagen alleen onszelf,” zeiden de Kinderen.
“Dat is precies wat iedereen zag,” legden de Oude Man en Vrouw uit.
De volgende dag gaven de grootouders de Kinderen twee coyotehuiden.
“Geef deze aan de Mensen,” zeiden ze, “en vertel dat ze deze moeten dragen om nooit meer honger te lijden.”
Toen de Kinderen terugkeerden naar het kamp, boden ze de huiden aan, maar de Mensen lachten hen uit. Alleen twee Vriendelijke Mensen, een man en een vrouw, adopteerden de Kinderen en trokken de coyotehuiden aan. Plotseling zagen ze bizons in alle richtingen! De Mensen, enthousiast, begonnen te ruziën over waar ze moesten gaan jagen.
“Stop met vechten,” smeekten de Kinderen en hun adoptieouders, “trek de coyotehuiden aan en je zult begrijpen.” Maar de Mensen werden woedend en probeerden hen aan te vallen. Op dat moment veranderden de Kinderen in een prachtige Bloeiende Boom, en hun adoptieouders verdwenen als twee bergleeuwen.
De Mensen besloten de bergleeuwen te volgen, maar de sporen leidden hen in een cirkel terug naar de Boom. Uitgeput gingen ze zitten en begonnen na te denken.
“Waarom doen we dit?” vroegen sommigen. “We willen niemand pijn doen.”
Terwijl ze lachten om hun eigen dwaasheid, hoorden ze gezang. In het noorden zagen ze een Witte Coyote, in het zuiden een Groene, in het westen een Zwarte, en in het oosten een Gouden Coyote. Elk van hen zong een prachtig lied.
Langzaam begonnen de Mensen te dansen rond de Bloeiende Boom. Ze ontdekten dat iedereen nu een coyotehuid droeg en dat ze gelukkig waren. Vanaf die dag leerden ze samen te leven in harmonie, geleid door de wijsheid van de Coyotes.